Volkskrant

Oordoppen | De Volkskrant

Oordoppen

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/oordoppen~b20a6777/

18 oktober 2004

Op het perron van station Bijlmer rolt de stoptrein uit Utrecht binnen. De voor forenzen kenmerkende race naar de deuren volgt.
Mijn blik stuit op een jongeman die in de jaren zestig zou zijn bestempeld als ‘langharig werkschuw tuig’. Hij heeft een walkman op en staart wezenloos door de graffiti op het raam naar buiten.

De trein komt met schokjes tot een schommelende snelheid en met dezelfde motoriek komt een conducteur op ons af. Vol goede voornemens loopt hij op de jongeman af en tikt hem op de schouder. De jongen doet ’n oordopje uit, kijkt kwaad op en zegt: ‘Zeg, zie je niet dat ik zit te luisteren?’

Het dopje gaat weer in. De mond van de conducteur zakt een moment van verbazing open. Maar hij is door de wol geverfd: ‘Mag ik uw plaatsbewijs?’ De jongen peutert het oordopje opnieuw uit zijn haar en antwoordt: ‘Man, doe niet zo onbeschoft. Je ziet toch dat ik iets anders te doen heb? Trouwens, ik heb geen kaartje dus laat me met rust.’

De conducteur begint wat onzekerheid te vertonen, maar hij haalt, grinnikend mijn kant op kijkend, zijn schouders op. Hij recht zijn schouders en knipoogt naar mij. Vervolgens trekt hij eigenhandig het dopje uit het oor:

‘Als je geen kaartje hebt dan moet je er een kopen!’

De jongen, eerst schijnbaar overbluft, blijft de skyline van het oostelijk havengebied bewonderen. De conducteur, gesterkt door zijn verrassingsaanval, trekt met een breed gebaar zijn boekje en begint te schrijven.

Dopje uit. ‘Naam?’ ‘Gaat je niet aan.’ Dopje in.

Dopje uit. ‘Adres?’ ‘Bedenk zelf maar wat.’ Dopje weer in. Dopje uit. ‘Naam en adres is toch niet zo moeilijk?’

‘Goed, maar dan wil ik dat u ophoepelt.’

De haardos geeft het gevraagde, draait zich om en zet de muziek een decibelletje harder. Ik hoor de Stones.

‘Hier is uw bon.’ De conducteur bezorgt hem het roze papiertje, terwijl de speaker het Centraal Station aankondigt. ‘Nee, dank u’, zegt de jongen beleefd, ‘stuur maar op, u heeft mijn naam en adres toch?’ Met een welgemanierd ‘goedendag!’ stapt de zwartrijder door de sissende deuren het perron van het CS op.

De ogen van Anna Maria

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/de-ogen-van-anna-maria~bf9d58eb/

Ruud van Koert, 2 maart 2004

Donderdagavond, negen uur. Het speelveld gloeit nog na van de zon die de hele dag onbarmhartig heeft gebrand. Het veld ligt op een heuvel en is van donkergrijs beton, dus onze noppenschoenen hebben we vervangen door de zaalvariant.
Jammer dat deze wedstrijd niet in het plaatselijke estadio kan worden gehouden waar de voorronden zijn gespeeld. Een corrida de toros krijgt de voorkeur.

Nu zie ik in gedachten de zwart-wit geblokte bal, door ons meegenomen uit Nederland, regelmatig over de zijlijn stuiteren om pas meters lager tot stilstand te komen. Maar goed, het is tenslotte de finale van ons eerste buitenlandse toernooi, dus trotseren we dapper de voor ons onbekende omstandigheden.

Mijn nog magere jonge lijf zweet niet zo snel en ik kan goed tegen de warmte. Toch beginnen kleine druppeltjes zich te verzamelen op mijn bovenlip als ik strak in de houding, met samengeknepen ogen, door mijn sportbrilletje rondkijk, vooral opzij naar de dames van onze tegenstander.

Fanatiek ‘Espana, Espana’ scanderende schoolkinderen zijn vanuit het dorp beneden naar de wedstrijd gekomen. Onze begeleiders in oranje en blauwe shirts met het opschrift Balonkorf schuiven geïmponeerd een stukje op.

Uit de speakers klinkt ter ere van ons een hymne. De trots straalt van onze koppies. Okee, het is niet het Wilhelmus, maar het is een begin. (Ik wist toen nog niet dat ik nooit international zou worden.) Langs de zijlijn aanschouwt korfbalgoeroe Kees Terol met een glimlach de ambiance. We winnen met 10-4 van zijn Balon de Plata uit Marbella en ik ruil mijn reserveshirt met Quinito voor een bloedrood en helgeel gestreept exemplaar.

Tot laat in de avond drinken we champagne en sangria uit de kampioensbeker. Het is de afsluiting van twee weken vakantie, wedstrijden en de onbereikbare chocoladekleurige ogen van Anna Maria.
Het is juli 1973. De expansie van het Nederlandse korfbal in de rest van Europa is begonnen.

Poerkwa pa

Ruud van Koert, 19 juni 2001